SAMEN LEVEN

Hoe gaan we om met racisme op school?

Waarover gaat het?

Racisme gaat over het indelen van mensen in categorieën op basis van hun afkomst, zogenaamd raciale fysieke kenmerken of geloofsovertuiging, en dit binnen een sociale machtsverhouding. De uitingsvormen zijn heel divers. Het gaat zowel over geweld en discriminatie als over stereotypen en vooroordelen. Racisme kan al dan niet slecht bedoeld zijn en speelt zich af op individueel en maatschappelijk niveau.

 

Racisme kan zich voordoen bij zowel directeurs, leraren, ouders aan de schoolpoort of bij jongeren op school of in de klas.

 

Het is belangrijk om te beseffen dat racisme niet altijd gaat over openlijke uitingen. Vaak gaat het om stereotypen onder de oppervlakte. Het feit dat ze zo impliciet zijn, zelfs onbewust, maakt stereotypen extra erg. Zo hebben veel leraren – meestal onbewust – lagere verwachtingen van de onderwijsprestaties van jongeren met een migratieachtergrond dan van andere jongeren. De verwachtingen van leraren creëren een selffulfilling prophecy: hogere verwachtingen leiden tot betere prestaties, lagere verwachtingen tot slechtere prestaties.

 

Wat zegt de wetenschap over kleur en ras bij peuters en kleuters?

 

“Kinderen zien geen huidskleur” hoor je vaak zeggen. Maar klopt dat wel? Onderzoek toont aan dat vijfjarige kinderen met een ‘andere’ huidskleur zich niet alleen bewust zijn van het verschil, maar ook van de vooroordelen en het racisme die hiermee samengaan. Een dergelijke bewustwording speelt sterk mee in de identiteitsontwikkeling en het zelfbeeld van deze jonge kinderen.

 

In tegenstelling tot wat we veronderstellen zijn kleuters niet ‘kleurenblind’. Niet alleen zien jonge kleuters al verschillen in huidskleur, ze gaan deze ook associëren met ‘beter’ of ‘slechter’. Op basis van huidskleur worden zo zelfs in de kleuterklas vaak vrienden gekozen en klasgenoten uitgesloten van activiteiten.[1]

 

Voor meer informatie hierover zie:

 

 

[1] Eva Dierickx, “‘Dat Potlood Is Niet Huidskleur. Het Is Bruin’: Praten over Huidskleuren in de Klas,” Kleutergewijs – De blog over innovatie en onderzoek in kleuteronderwijs, September 6, 2016, https://kleutergewijs.wordpress.com/2016/09/06/dat-potlood-is-niet-huidskleur-het-is-bruin-praten-over-huidskleuren-in-de-klas/.

Welke kaders zijn van toepassing?

Vooreerst is er de Belgische discriminatiewetgeving:

 

Antiracismewet van 1981[1]:

 

Antidiscriminatiewet van 2007[2]:

 

De verschillende onderwijsnetten gaan elk vanuit hun eigen pedagogisch project proactief om met alle mogelijke vormen van racisme:

 

  • Het PPGO! definieert neutraliteit onder andere als ‘actief optreden tegen vormen van discriminatie of uitsluiting op basis van geslacht, geaardheid, etniciteit, overtuiging en andere kenmerken …’. De GO! waarde gelijkwaardigheid betekent dat er altijd gepast gereageerd moet worden op onverantwoorde uitlatingen zoals racistische uitlatingen.

 

[1]  Belgisch Staatsblad, “Wet Tot Bestraffing van Bepaalde Door Racisme of Xenophobie Ingegeven Daden,” 1981001359 § (1981), https://www.unia.be/files/Documenten/Wetgeving/Antiracismewet_30_juli_1981.pdf.

[2] Belgisch Staatsblad, “Wet Ter Bestrijding van Bepaalde Vormen van Discriminatie,” 2007002099 § (2007), https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi_loi/change_lg.pl?language=nl&la=N&cn=2007051035&table_name=wetpdf.

Hoe pedagogisch-didactisch aanpakken?

Schooldirecteurs en leraren hebben ook competenties nodig om racisme tegen te gaan en er adequaat op te reageren als het nodig is. We onderscheiden een brede set specifieke diversiteitscompetenties om om te gaan met racisme, we noemen dit racismewijsheid:

Als leraar of jeugdwerker is het belangrijk alle mogelijke vormen van racisme te durven herkennen, erkennen en benoemen. Dit om betrokkenheid met de groep te creëren.

Racisme is beladen en vaak reageert de persoon die aangesproken wordt defensief. Het is belangrijk om hier rond bewustzijn en openheid te creëren zodat alle betrokkenen de veiligheid ervaren om elkaar uit te dagen om actief vooroordelen, stereotypering en ander racisme tegen te gaan. Racisme tegengaan mag uiteindelijk niet afhangen van het lef en de mondigheid van een alerte persoon. Scholen en jeugdorganisaties dragen een grote verantwoordelijkheid om in eerste instantie zélf het heft in handen te nemen.

Na een gedeelde racistische ervaring is het zinvol om de groep er samen over te laten spreken. Dat kan bijvoorbeeld na een racistisch incident op uitstap met de jongerengroep of met de klas. De focus ligt dan op de gedeelde onaangename ervaring van de groep. Dat samen bespreken werkt niet alleen helend, het is ook een vormingsmoment over wat racisme is, welke impact het heeft én hoe we erover kunnen praten.[1]

Ook het nieuw decreet jongerenbegeleiding biedt houvast. Dat verplicht scholen om het psychisch-sociaal functioneren van hun jongeren te waarborgen op niveau 0 van het zorgcontinuüm (basiszorg). Bescherming tegen racisme valt daar onder.

 

[1] Naima Charkaoui, Racisme  : Over Wonden En Veerkracht (Antwerpen (Berchem): Epo Uitgeverij & Distributie, 2019), 163.

[2] Naima Charkaoui, Racisme  : Over Wonden En Veerkracht (Antwerpen (Berchem): Epo Uitgeverij & Distributie, 2019), 167.

 

Wie zelf nog nooit geviseerd werd door racisme, heeft niet het probleem dat oude wonden worden opengereten. Leraren of ouders in die situatie moeten daarom extra alert zijn dat ze het verhaal van het kind ernstig nemen. Zonder inzicht in de kwetsingen die ogenschijnlijk banale voorvallen kunnen teweegbrengen, bestaat het risico dat ze de pijn van het kind negeren. Als een kind komt aankloppen met een verhaal over racisme, neem dan altijd de tijd om te achterhalen wat er precies is gebeurd en wat het kind daarbij voelt. Komt het kind met een situatie die op het eerste gezicht niet ‘écht’ met racisme te maken heeft, dan is dat een gelegenheid om dieper te gaan graven. Wellicht zitten er onder zijn interpretatie andere kwetsuren of twijfels uit eerdere ervaringen, die aandacht nodig hebben.[1]

 

We moeten opletten om niet alleen reactief om te gaan met racisme. Het is belangrijk dat we dit kaderen in onze ruimere visie op inclusief omgaan met diversiteit. Hoe vroeger hoe beter is daarbij de boodschap, en dat start al in het kleuteronderwijs. Veel scholen zullen reageren door de kleurenblinde aanpak. Maar ras ontkennen in de kleuterklas is schadelijk. Onderzoek leert ons intussen hoe kleuteronderwijzers op een aantal manieren kunnen omgaan met ras en kleur in de klas.

 

Door huidskleur en religie in al zijn varianten bespreekbaar te maken, erken je de eigenheid en identiteit van elk kind. Daarnaast reik je de kinderen ook de taal aan die hen in staat moet stellen om zelf over racisme na te denken en te praten. Ten slotte zijn ouders en leraren een voorbeeld voor hoe je op een positieve wijze kan omgaan met diversiteit, zonder schaamte en met zelfbewustzijn.

 

Klasse:

geeft een aantal didactische wenken voor het omgaan met racisme en discriminatie op school: Racisme bij ouders: wat doe je ertegen?[1]

 

Anne Franck stichting:

ontwierp didactisch materiaal voor omgang met racisme, discriminatie en stereotypen.[2]

 

De praatkaarten:

Hiermee kunnen leraren in de klas een dialoog laten ontstaan over vooroordelen en discriminatie. Jongeren werken individueel, in groepjes en klassikaal en rangschikken de beledigende of discriminerende situaties die op de kaarten te zien zijn. Dat leidt uiteindelijk tot een gesprek over lastige onderwerpen. Zorg ervoor dat er zeker voor deze les een veilige sfeer in de klas aanwezig is. Gratis te downloaden.[3]

 

‘Op het eerste gezicht’:

is een manier om met jongeren secundair onderwijs te praten over vooroordelen. Het is normaal omdat we ons van iedereen die we tegenkomen een beeld te vormen. Dit gaat vanzelf. Maar kloppen die vooroordelen wel? Bespreek ze in de klas met dit spel. Gratis te downloaden.[4]

 

Fair Play:

Jongeren worden geconfronteerd met moslimdiscriminatie, homodiscriminatie en antisemitisme. Fair Play daagt jongeren uit om na te denken over hun eigen handelen. Ze krijgen zo inzicht in hun eigen houding en het effect van hun uitspraken. Gratis te downloaden.[5]

 

Stories that Move:

Hierin vertellen Europese leeftijdsgenoten positieve verhalen maar ook hun eigen ervaringen met uitsluiting en discriminatie. Het lesmateriaal richt zich op racisme, antisemitisme, en de discriminatie van Roma en Sinti, moslims en lhbt’ers. Deze inclusieve benadering biedt ruimte voor elk verhaal.

Filmpjes laten jongeren zien dat jongeren overal in Europa vergelijkbare dingen meemaken. Naast deze persoonlijke invalshoek laat Stories that Move ook een bredere kijk op de werking van vooroordelen en discriminatie zien.[6]

 

School zonder Racisme vzw:

heeft ook didactisch materiaal voor omgang met diversiteit in het algemeen, maar ook met vooroordelen en racisme in het bijzonder.[7]

 

Eva Dierckx (2016):

geeft wenken wat kleuterleraren kunnen doen: erover praten, bv. aan de hand van kinderboeken, juiste informatie geven aangepast aan de leeftijd, alledaagse diversiteit elke dag tonen, reageren, verschillen én gelijkenissen verkennen, actie ondernemen en enthousiast blijven. Je vindt er concrete didactische werkvormen voor omgang met diversiteit.[8]

 

Boudry & Vandenbroeck, Spiegeltje, spiegeltje…

Een uitstekend overzicht van mogelijke didactische werkvormen voor de omgang met diversiteit in kinderopvang en kleuteronderwijs.[9]

 

Kleur Bekennen

Wanless & Crawford

spreken van rasgerelateerde onderwijspraktijken die de hulp omvatten om kinderen een positieve raciale identiteit te laten ontwikkelen, alsook het vermogen om relaties uit te bouwen over rassen heen, het besef van rasgebonden ‘onrechtvaardigheden’ en het verlangen om die een halt toe te roepen. Zij maken onderscheid tussen een kleurenblinde manier van kijken (geen gesprek erover, kinderen maken zelf hun idee), een kleurbewuste (ras is een gespreksonderwerp, vragen erover worden beantwoord) en sociale rechtvaardigheid (versterken van kinderen in ageren tegen discriminatie).[11]

 

[1] Klasse, “Racisme Bij Ouders : Hoe Reageer Je?,” KlasCement, November 27, 2017, https://www.klascement.net/downloadbaar-lesmateriaal/77563/racisme-bij-ouders-hoe-reageer-je/.

 

[2] Anne Frank Stichting, “Educatie – Ons Educatief Aanbod,” Anne Frank Stichting, n.d., https://www.annefrank.org/nl/educatie/.

 

[3] Anne Frank Stichting, “Praatkaarten over Vooroordelen En Discriminatie – Docentenhandleiding,” Anne Frank Stichting, 2019, https://annefrank.freetls.fastly.net/media/filer_public/56/0f/560f2b4b-e145-46de-bb19-eba010e71d8e/afs2019-praatkaarten-handleiding.pdf.

 

[4] Anne Frank Stichting, “Op Het Eerste Gezicht,” Anne Frank Stichting, n.d., https://www.annefrank.org/nl/educatie/product/32/op-het-eerste-gezicht/.b

 

[5] Anne Frank Stichting, “Fair Play,” Anne Frank Stichting, n.d., https://www.annefrank.org/nl/educatie/product/27/fair-play-nederlands/.

 

[6] Anne Frank Stichting, “Stories That Move,” Anne Frank Stichting, n.d., https://www.annefrank.org/nl/educatie/product/33/stories-that-move-nederlands/.

 

[7] “Activiteiten Voor jongeren | School Zonder Racisme,” School zonder racisme, n.d., https://www.schoolzonderracisme.be/aanbod/jongeren.

 

[8] Eva Dierckx, “Breng de Wereld in Je Klas,” Studio Globo, 2016, https://www.studioglobo.be/aanbod/breng-de-wereld-je-klas.

 

[9] Michel Vandenbroeck and Caroline Boudry, Spiegeltje, Spiegeltje… – Een Werkboek Voor de Kinderopvang over Identiteit En Respect (Amsterdam: SWP, 2006).

 

[10] Kruit, “KlasCement Voor Wereldburgers,” KlasCement, n.d., https://www.klascement.net/wereldburgerschapseducatie/.

 

[11] Sharon B. Wanless and Patricia A. Crawford, “Reading Your Way to a Culturally Responsive Classroom | NAEYC,” Naeyc.org, 2016, https://www.naeyc.org/resources/pubs/yc/may2016/culturally-responsive-classroom.

 

[1] Naima Charkaoui, Racisme  : Over Wonden En Veerkracht (Antwerpen (Berchem): Epo Uitgeverij & Distributie, 2019), 167.

Wat zeggen de RAN-expert en de diversiteitsexperts van CEAPIRE?

In onze hedendaagse samenleving is het belangrijk om diversiteit op scholen in al zijn vormen als een realiteit te zien en daar op een actieve, creatieve en open manier mee om te gaan. Uiteraard streven we allemaal naar een inclusieve samenleving. Hierbij is het belangrijk om een gedeelde sokkel waarden en normen centraal te stellen en te focussen op wederkerigheid in menselijke relaties. Over heel Vlaanderen bestaan er heel veel voorbeelden die scholen en leerkrachten kunnen inspireren om afhankelijk van hun lokale context themadagen of projecten hierrond uit te werken.

 

Een leuk en ludiek initiatief dat we promoten is het organiseren van uitwisselingen, ontmoetingen, blind dates, pennenvrienden tussen klassen en scholen van verschillende contexten. We hoeven het niet altijd in het buitenland te zoeken.

 

We adviseren eveneens dit item te benaderen vanuit wetenschappelijk perspectief, meer bepaald de invloed van onze biologische natuur op ons gedrag en capaciteiten. 

                                                          

Wie iets wil veranderen aan ons gedrag of het wil begrijpen, doet er goed aan om eerst de biologische wortels ervan te doorgronden. Racisme komt voor in alle culturen omdat het biologisch wordt bepaald, het zit dus diep verankerd in onze natuur. Dat betekent niet dat deze verklaring het gedrag vergoelijkt. We kunnen ons daar zeker tegen verzetten. Cultuur en opvoeding spelen daar een grote rol in. We verwijzen hiervoor naar het boek van Mark Nelissen “De club van ik”[1].

 

[1] Mark Nelissen, De Club van Ik (Lannoo, 2013).

europe logo white

THE E-LEARNING TOOL

EUROGUIDE EU flag

This project is co-funded by the Internal Security Fund of the European Union – GA N° 871038