Soms komen jongeren terug van vakantie met een andere kledingstijl die al dan niet religieus of ideologisch getint kan zijn. Leerkrachten schieten dan in paniek, soms terecht, soms onterecht.
We verwijzen hier eveneens naar het schoolreglement.
Het is eigen aan pubers dat ze experimenteren met kledij en op zich is daar niets mis mee. Het is wel steeds belangrijk dat je er als leerkracht op toeziet dat het schoolreglement gevolgd wordt, en indien dit niet het geval is, jongeren hierop te wijzen.
Belangrijk ook te weten dat alle jongeren door heel veel emoties en veranderingen gaan tijdens hun identiteitsproces dat vaak plaatsvindt in hun tienerjaren. Als samenleving staan wij daar vaak te oordelend tegenover. Daarom is het belangrijk, vooraleer te oordelen, respectvolle vragen te stellen en in te gaan op het hoe en het waarom. In extreme gevallen, waar we te maken hebben met proselitisme of religieuze bekeringsijver, en wanneer dit zich snel verspreidt, dienen we kritische vragen te stellen en grenzen te trekken via het schoolreglement.
Voor elke ideologische groepering vormt kledij een belangrijke factor voor het uiten van hun overtuigingen.
Het is een gegeven dat in de beginperiode van het ronselen van jongeren voor Syrië (2012-2014) de eerste vormen van radicalisering zich soms uitten via de kledij. Bij de jongens was dit het laten groeien van een baard en een te korte broek. Bij de meisjes uitte zich dit in een grotere ‘bedekking’. Dit was geen gewone hoofddoek, vaak ging het om lange zwarte/bruine/grijze gewaden die de hals en een deel van het gezicht bedekken. Dit was vooral een identificatieproces waarbij sommige jongeren het noodzakelijk achtten om een kamp te kiezen en een duidelijk signaal wilden geven zich af te zetten tegen onze samenleving.
Sommige casussen waren problematisch, andere dan weer niet. Het was/is moeilijk hier een lijn te trekken. Immers, veranderingen in kledij zijn niet noodzakelijk gelinkt aan radicalisering! Nieuwkomers, en dan vooral minderjarigen of alleenstaande vluchtelingen uit bv.Zuid-Aziatische landen, zullen uit nostalgie soms ook hoeden en andere kledij dragen van het land van herkomst. Daarom is het belangrijk vooraleer te oordelen, respectvolle vragen te stellen en in te gaan op het hoe en het waarom.
Het is essentieel niet onmiddellijk te gaan oordelen, doch eerst te informeren naar de oorzaken van de andere kledij. Het komt erop neer dat je er niet automatisch van moet uitgaan dat iemand andere kledij aandoet omdat hij/zij meer gelovig is. Het dragen van de nikab kan ook een aanwijzing zijn van een aanranding of van mentaal gekwetst te zijn en zich bijgevolg willen bedekken. Ook jongens en mannen dragen niet altijd vanuit een sterke geloofsovertuiging een baard of andere religieuze kledij. Soms heeft het gewoon te maken met het willen behoren tot een bepaalde groep of een modetrend onder de jongeren.
Ook extreemrechtse groeperingen profileren zich via het dragen van bepaalde kledij en kapsels (voor meer informatie hierover lees casus extreemrechts). Hier is het eveneens belangrijk om nuance aan te brengen en niet alles onder de noemer van extreemrechts te plaatsen. Jongeren kunnen bepaalde kledij ook gewoon mooi vinden, zonder dat hier andere bedoelingen mee gepaard gaan.
THE E-LEARNING TOOL
This project is co-funded by the Internal Security Fund of the European Union – GA N° 871038