Black on Transparent2

MAATSCHAPPIJ & IDEOLOGIE

Hoe gaan we om met islamitisch extremisme of jihadisme bij jongeren?

Waarover gaat het?

Het mondiaal jihadisme is te duiden als een wereldwijde, gewelddadige, ideologische beweging met sekteachtige kenmerken. Jihadisten baseren zich, net als de aanhangers van de politieke islam (islamisten, oftewel degenen die een islamitisch regime nastreven), op een ideologie die gebaseerd is op een letterlijke interpretatie van de primaire bronnen. Echter, jihadisten onderscheiden zich op politiek vlak sterk van islamisten: zij geloven niet in het inzetten van politieke middelen (zoals politieke partijen, verkiezingen, democratie) om hun doelen te bereiken, dus grijpen ze naar andere middelen.

Jihadisten beschouwen het voeren van een gewapende strijd in feite als de enige wijze waarop daadwerkelijke verandering in de politieke en sociale omstandigheden van moslims kan worden bewerkstelligd. De achterliggende overtuiging is: ‘Je hebt een slechte positie en er is geen verbetering mogelijk door mee te doen aan het democratische systeem.’ Bijgevolg wijzen ze de democratie principieel af. Jihadisten willen dat aan alle moslims recht wordt gedaan. Daaraan ligt een sterk rechtvaardigheidsgevoel ten grondslag en de overtuiging dat moslims wereldwijd worden onderdrukt. Jihadisten stellen dat burgers in veel landen met een moslimmeerderheid lijden onder de onderdrukking van barbaarse regimes, die worden gesteund door westerse overheden. Het Westen en corrupte regimes worden beschouwd als twee zijden van dezelfde medaille. Westerse autoriteiten zouden bovendien actief zijn om de religieuze identiteit van moslims te onderdrukken en te bestrijden. Met het spreken over democratie en mensenrechten zou het Westen volgens jihadisten, moslims slechts zand in de ogen willen strooien.[1]

In het islamisme is religieuze opvoeding een noodzakelijke voorwaarde voor de opbouw van een superieure, rechtvaardige islamitische orde. Jihadisten bieden echter aan individuen een ‘short cut’. Religieuze ijver, in de vorm van de bereidheid van het individu om te strijden (en te sterven) voor de islam, is bv. van veel grotere waarde dan het bezitten van religieuze kennis. Waar in de politieke islam de gemeenschap een belangrijke rol speelt, staat in het jihadisme het handelingsvermogen van het individu centraal. Binnen het jihadisme mogen leken ­- want veel jihadisten hebben weinig kennis van de originele schriften – ­ zelf oordelen over de toelaatbaarheid en legitimiteit van de toepassing van geweld.  Ook worden ze daarbij aangemoedigd het recht in eigen hand te nemen. Deze individualistische benadering van het geweldsmonopolie is een belangrijke component die van de dreiging van jihadisten uitgaat. Een illustratie hiervan zijn de verschillende aanslagen in Europa.[2]

 

Wat is het kalifaat?

Jihadisten wensen een ‘authentiek, islamitisch kalifaat’ te vestigen omdat zij ervan overtuigd zijn dat alleen binnen de kaders van een volledige onderwerping aan Gods wetten, moslims volledig zichzelf kunnen zijn en hun religie volledig kunnen beleven.  De invoering van een volgens hen zuivere vorm van de islam en de mogelijkheid om deze in de meest pure vorm te belijden, zal volgens jihadisten een einde maken aan alle problemen die er op dit moment spelen in moslimsamenlevingen.[1]

 

 

 

Wie zijn de kuffar?

Volgens de volgers van de extremistische islam zijn er slechts twee kampen. Dat maken ze ook duidelijk in hun rekruteringsfolders: aan de ene kant de islam, aan de andere kant de kuffar, de ongelovigen. Dit laatste begrip wordt erg breed uitgerokken, zodat ook moslims die niet de ‘juiste’ islam aanhangen, terechtkomen bij de groep ongelovigen. Dat verklaart waarom het islamitisch extremisme zo massaal veel slachtoffers heeft gemaakt bij moslims zelf.

 

Dat geforceerde onderscheid tussen de volgens hen ware gelovigen en de kuffar bemoeilijkt vaak de werking van bv.de school en kan tot heftige spanningen leiden. Zo weigerden leerlingen bv.plots bij afwezigheid van de islamleerkracht om opgevangen te worden door leraars die andere levensbeschouwelijke vakken geven. ‘Zij mogen aan ons geen les geven, want het zijn ongelovigen.’ Dit soort discours is geen spontane reactie van jonge tieners, maar het gevolg van indoctrinatie van buitenaf.[2]

 

[1] Karin Heremans, Mijn Kleine Jihad : Gedeelde Waarden Voor de Samenleving

[2] Karin Heremans, Mijn Kleine Jihad : Gedeelde Waarden Voor de Samenleving

[1] Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst, “Jaarverslag 2014” (Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, 2014), https://www.aivd.nl/documenten/jaarverslagen/2015/04/22/jaarverslag-aivd-2014.

[2] Karin Heremans, Mijn Kleine Jihad : Gedeelde Waarden Voor de Samenleving (Antwerpen ; Amsterdam: Houtekiet, 2017).

Welke kaders zijn van toepassing?

In opvolging van de aanslagen in Europa in de periode vanaf 2015 werd op Vlaams niveau een Vlaams actieplan[1] ontwikkeld met een specifiek luik voor onderwijs:

 

HANDVATTEN VOOR DE PREVENTIE, AANPAK EN OMGANG MET POLARISERING EN RADICALISERING BINNEN ONDERWIJS[2].

 

De verschillende onderwijsnetten maakten hiervoor elk hun eigen visietekst en actieplan gekoppeld aan hun pedagogisch project.

 

Voor het GO! is dit te vinden op het kennisplatform voor de GO! professional[3]. Op scholengroep- en schoolniveau werden sleutelfiguren aangesteld die een algemene basisvorming kregen, aangevuld met specifieke modules in functie van lokale context en noden.

 

[1] Vlaamse Regering, “Actieplan Ter Preventie van Actieplan Ter Preventie van Gewelddadige Radicalisering Gewelddadige Radicalisering En Polarisering En Polarisering” (Vlaamse Regering, May 19, 2017), https://onderwijs.vlaanderen.be/sites/default/files/atoms/files/Actieplan%20ter%20preventie%20van%20gewelddadige%20radicalisering%20en%20polarisering.pdf.

[2] Departement Onderwijs en Vorming, “HANDVATTEN VOOR DE PREVENTIE, AANPAK EN OMGANG MET RADICALISERING & POLARISERING BINNEN HOGER ONDERWIJS En VOLWASSENENONDERWIJS” (Departement Onderwijs en Vorming, October 20, 2020), https://onderwijs.vlaanderen.be/sites/default/files/atoms/files/Handvatten_preventie_polarisering_radicalisering_hogeronderwijs_volwassenenonderwijs_20102020.pdf.

[3] https://pro.g-o.be/

Hoe pedagogisch-didactisch aanpakken?

Zowel op Vlaams niveau als binnen de respectievelijke onderwijsnetten werd een vormingsaanbod ontwikkeld dat voortdurend wordt geactualiseerd. Dit aanbod kan geraadpleegd worden op de websites van de respectievelijke netten. 

 

Per onderwijsnet worden er ook referentiepersonen aangeduid die op maandelijkse basis samenkomen en de actuele situatie bespreken.

 

Voor het GO! zijn dit: Karin Heremans (karin.heremans@g-o.be) en Hanne Lannoo (hanne.lannoo@g-o.be).

 

Het Departement Onderwijs voorziet sinds een aantal jaren ook een vormingsaanbod CONNECT[1] rond weerbaarheid voor scholen. Hiervoor wordt samengewerkt met Arktos.

 

In samenwerking met Kazerne Dossin werd een vormingsaanbod polarisatiemanagement[2] ontwikkeld met handige tools en casusbesprekingen.

 

Op Vlaams niveau werd een netwerk islamexperten[3] opgericht. Net zoals Ceapire[4] ondersteunen zij scholen en organisaties bij problematische islamitische radicalisering.

 

 

Pleidooi voor een duurzame holistische multidisciplinaire aanpak

 

Verder pleiten we voor een holistische multidisciplinaire aanpak waarbij scholen een deel van de samenleving zijn en waarbij er een voortdurende interactie is tussen de school, de ouders en de andere partners uit de omgeving. De school is geen afgelegen eiland. Samenwerking, inbedding in een lokale context staan centraal in onze visie. In dit schoolmodel staat de school in het centrum van de samenleving, gaat ze verbindingen aan en maakt ze deel uit van netwerken op drie grote domeinen: het pedagogisch didactisch domein, het domein van zorg en welzijn en het domein van fysieke en sociale veiligheid.[10]

 

[1] https://arktos.be/nl/ondersteuning/connect

[2] http://wij-zij.be/

[3] https://netwerkislamexperten.be/

[4] http://www.ceapire.be/

[5] https://pro.g-o.be/

[6] http://pro.g-o.be/blog/Documents/Sjabloon_gesprek_terreurdreiging_kleuters.docx

[7] http://pro.g-o.be/blog/Documents/Sjabloon_gesprek_terreurdreiging_leerlingen_BaO.docx

[8] http://pro.g-o.be/blog/Documents/Sjabloon_gesprek_terreurdreiging_leerlingen_SO.docx

[9] http://pro.g-o.be/blog/Documents/Sjabloon_gesprek_terreurdreiging_cursisten-NT2.docx

[10] Götz Nordbruch and Stijn Sieckelinck, “Transforming Schools into Labs for Democracy – A Companion to Preventing Violent Radicalisation through Education” (RAN Centre of Excellence, October 2018), https://ec.europa.eu/home-affairs/sites/homeaffairs/files/what-we-do/networks/radicalisation_awareness_network/about-ran/ran-edu/docs/ran_edu_transforming_schools_into_labs_for_democracy_2018_en.pdf.

Wat zeggen de RAN-expert en de diversiteitsexperts van CEAPIRE?

Naar Europese aanbevelingen (meetings van de werkgroep RAN education) promoten we een combinatie van  verschillende narratieven ter preventie van radicalisering:

 

  • Connective narrative:
    Het is belangrijk een sterke focus te leggen op verbinding tussen jongeren en hun leerkracht of hulpverlener. We vertrekken hierbij vanuit de sokkel gedeelde humanistische basiswaarden. Een sterk participatiebeleid is hierbij eveneens een prioriteit.

  • Counter narrative:
    In samenwerking met deskundigen kunnen foute narratieven gecounterd te worden. Een Islamdeskundige kan Islamitische radicalisering belichten en problematische koranverzen counteren door een historische contextuele analyse. 

  • Alternative narrative :
    Kwetsbare jongeren zijn vaak op zoek naar alternatieven, het is belangrijk deze aan te bieden. Verschillende Europese onderwijspartners zetten in op Actief Burgerschap, mediawijsheid, kritisch denken, brede open scholen.

In onze EUROGUIDE trachten we deze drie narratieven te koppelen aan de 4 grote doelgroepen conform de Europese aanbevelingen uit het RAN Manifesto[1]:

  • Scholen die een preventiebeleid dienen te ontwikkelen
  • Leerkrachten en eerstelijnsmedewerker die in de frontline staan en die ondersteund en gevormd dienen te worden
  • Partners die scholen en leerkrachten ondersteunen bij het uitwerken van hun beleid
  • Overheden die de noodzakelijke beleids – en financiële kaders dienen te voorzien

Tips om te praten met leerlingen over radicalisme en extremisme[2]

Het GO! heeft tips geformuleerd ter ondersteuning van leerkrachten die in dialoog willen gaan met hun leerlingen.

  1. Wees professioneel ten aanzien van je leerlingen. Niet jouw emoties tellen nu maar wel de boodschap die je aan je leerlingen kunt brengen.
  2. Treed kordaat op bij beledigingen van medeleerlingen omwille van hun godsdienst of afkomst.
  3. Vermeld rustig dat je niet wenst te polariseren, dat je niet meegaat in zwart-wit denken, dat je je verzet tegen veralgemeningen. Nodig op een positieve manier uit tot kritisch en zelfkritisch denken.
  4. Luister goed naar provocerende uitspraken van leerlingen en probeer voor jezelf te verwoorden welke behoefte ze daarmee uitdrukken. Reageer eerst op de behoefte en pas later op het taalgebruik.
  5. Vermijd ongenuanceerde uitspraken. Sommige leerlingen kunnen deze verkeerd interpreteren en kwetsend opvatten.
  6. Veroordeel daden in plaats van mensen. Bijvoorbeeld: gebruik de omschrijving ‘gruwelijke daden’ in plaats van ‘gruwelijke daders’.
  7. Streef naar activiteiten die bijdragen tot solidariteit in een multiculturele samenleving.
  8. Wees voorzichtig met acties die fout geïnterpreteerd en kwetsend kunnen opgevat worden. In het GO! kiezen we ervoor om stil te staan bij alle slachtoffers van terreur wereldwijd.

Stappenplan – wat bij bezorgdheid over het gedrag of uitspraken van een leerling?[3]

  • Handel nooit alleen.
  • Bespreek je bezorgdheid met je collega’s, leerlingbegeleiding en je directie.
  • Vraag raad aan het CLB.
  • Bespreek en overloop eventueel met het CLB de vragenlijst radix.
  • Afhankelijk van het advies van de directie en het CLB, worden de ouders en de leerling.

 

Nodig je iemand uit voor een gesprek.?[4]

  • Afhankelijk van de ernst van de situatie wordt de algemeen/coördinerend directeur op de hoogte
  • Aanpak op maat (preventief, repressief of ‘curatief’), afhankelijk van de situatie en de lokale beleidscontext (al dan niet radicaliseringsambtenaar/-cel,…), met hulp van externe partners.
  • In noodsituaties moet de politie tevens gecontacteerd worden. Je contacteert best de lokale politie bij een potentiële vertrekker en de federale politie bij iemand die vertrekkensklaar staat, net vertrok, in Syrïe zit of teruggekeerde.

[1] RAN – Radicalisation Awareness Network, “Manifesto for Education – Empowering Educators and Schools,” ec.europe, March 17, 2015, https://ec.europa.eu/home-affairs/sites/homeaffairs/files/what-we-do/networks/radicalisation_awareness_network/docs/manifesto-for-education-empowering-educators-and-schools_en.pdf.

[2]  https://pro.g-o.be/

[3]  https://pro.g-o.be/

[4]  https://pro.g-o.be/

europe logo white

THE E-LEARNING TOOL

EUROGUIDE EU flag

This project is co-funded by the Internal Security Fund of the European Union – GA N° 871038