Jongeren dragen zichtbare levensbeschouwelijke kentekens.
Jongeren oefenen soms groepsdruk uit op anderen om ook de levensbeschouwelijke kentekens te dragen.
De verschillende onderwijsnetten in Vlaanderen beslissen in functie van hun pedagogisch project over het dragen van levensbeschouwelijke kentekens.
Het GO! kondigde op 11 september 2009 een algemeen verbod af op het dragen van zichtbare levensbeschouwelijke kentekens in alle GO! scholen en instellingen zowel voor jongeren als leraren, met uitzondering voor de leraren levensbeschouwing tijdens de levensbeschouwelijke lessen.
Op 1 februari 2013 besliste de Raad van het GO! om een omzendbrief over het verbod goed te keuren en gaf de opdracht aan de afgevaardigd bestuurder om de omzendbrief gelijktijdig te bezorgen aan de Raden van Bestuur van de scholengroepen “voor opname in de schoolreglementen en het personeelsbeleid van hun scholen”. Met ingang van 1 september 2013 werd het verbod van kracht in alle GO! scholen en instellingen.
Het verbod is geen principiële keuze, maar een maatregel die de realisatie van het pedagogisch project van het GO! moet vrijwaren en moet zorgen voor een rustige leeromgeving. Dit kader blijft onverkort van kracht en is gekoppeld aan het neutraliteitsbeginsel waaraan het GO! gebonden is.
De Raad van het GO! heeft de neutraliteit die grondwettelijk is opgelegd aan het gemeenschapsonderwijs gedefinieerd op basis van de bevoegdheid die hij hiertoe heeft gekregen. De neutraliteit, zoals hierbij gedefinieerd, maakt deel uit van het pedagogisch project van het GO! en vervangt en, voor zover als nodig, primeert op alle vroegere definities van de neutraliteit in het pedagogisch project en de neutraliteitsverklaring. De Raad benadrukt dat deze definitie evolutief is en behoudt zich het recht voor om die te allen tijde bij te stellen naar aanleiding van maatschappelijke veranderingen en pedagogische noden.[1]
[1] GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap, “Omzendbrief 1 September 2013,” GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap, September 1, 2013, https://mijnpro.g-o.be/mijn-organisatie-site/kennis-informatie-site/beleidsbib-site/Documents/Omzendbrief_2013_1_omz.pdf.
Het is belangrijk dat de school de ouders informeert over regels hierover, en dit vooraleer de kinderen naar school komen. Het inschrijvingsmoment is daarvoor bij uitstek geschikt. Ouders en kinderen moeten op de hoogte zijn van het schoolreglement in de school van het betrokken onderwijsnet.
We dienen er eveneens voor te zorgen dat het verbod op zichtbare levensbeschouwelijke kentekens niet gezien wordt als een miskenning van het geloof van jongeren en ouders. Zo is het goed erop te wijzen dat GO! scholen een inclusieve benadering van diversiteit nastreven. GO! scholen bieden de officieel erkende godsdiensten aan, hanteren een open houding ten aanzien van thuistaal enzovoort. Maar tegelijkertijd willen alle scholen de vrijheid van iedere jongere om zelf keuzes te maken, vrijwaren door processen van groepsdruk of bekeringsijver van antwoord te dienen. Gemeenschappelijkheid en wederkerigheid betekenen immers ook dat er grenzen zijn waar en wanneer nodig om die gemeenschappelijkheid en wederkerigheid te garanderen.
De experten vinden het belangrijk het neutraliteitsprincipe van het gemeenschapsonderwijs te waarborgen en dit uit te leggen zonder polariserend te zijn. In het polarisatiemodel van Bart Brandsma bevindt neutraliteit zich ook in het midden. Ze adviseren eveneens verbindend om te gaan met het verbod op levensbeschouwelijke kentekens. Het is belangrijk consequent te zijn en het tijdens gesprekken te hebben over een verbod op alle levensbeschouwelijke kentekens, dus ook kruisjes, Maria-armbandjes, keppeltjes, tulbanden …
Het is aangewezen om bij aanslepende discussies de leerkracht Geschiedenis of Gedrags- en Cultuurwetenschappen te betrekken om geschiedkundig het neutraliteitsprincipe uit te leggen zodat jongeren en ouders het waarom van dit verbod begrijpen.
Aangezien er de afgelopen jaren veel discussies geweest zijn over het al dan niet dragen van levensbeschouwelijke kentekens op school, gaan wij hier dieper op in. Het is belangrijk te duiden dat het verbod op levensbeschouwelijke kentekens binnen het GO! een maatregel is om de vrije keuze te waarborgen en groepsdruk tegen te gaan.
Wat de hoofddoek betreft, is er heel veel discussie onder theologen of het dragen van een hoofddoek expliciet of impliciet vermeld staat in de Koran. De standpunten hierrond zijn afhankelijk van de verschillende denkwijzen over hoe omgaan met religieuze teksten. We onthouden ons van deze theologische discussie en beperken ons tot de beslissing van het Grondwettelijk Hof en de opvolging hiervan door de Raad van het Gemeenschapsonderwijs en de andere inrichtende machten.
Indien jongeren moeilijkheden hebben om de hoofddoek af te leggen, is het belangrijk te focussen op het ‘Samen leren samenleven’ in diversiteit alsook op de verschillen die hier rond bestaan, ook binnen de islam, namelijk diversiteit van interpretatie en van bedekking. Verschillende volkeren en culturen gaan onder verschillende vormen om met zedelijkheid en bedekking. Bv. vrouwen in Pakistan en India passen bedekking toe in de vorm van een doorzichtige zijden sjaal die heel losjes rond de nek of over het hoofd wordt gedragen. Het is ook niet onbelangrijk op te merken dat, ondanks de soms zeer conservatieve gemeenschappen waarin deze vrouwen vertoeven, er vanuit radicale hoek nooit commentaar is gegeven op het dragen van dat soort hoofddoeken.
THE E-LEARNING TOOL
This project is co-funded by the Internal Security Fund of the European Union – GA N° 871038