Black on Transparent2

SAMEN LEVEN

Hoe gaan we om met complottheorieën?

Waarover gaat het?

Complottheorieën zijn van alle tijden. Vandaag zijn ze populairder dan ooit. Het aantal is sterk gestegen. Met de komst van de sociale media zien we steeds meer en meer amateuristische reportages en documentaires en ander videomateriaal dat de massa moet overtuigen van bepaalde waanzinnige ideeën en samenzweringstheorieën.[1] Los van de veelheid aan deze symptomen zijn er een aantal theorieën die vaak terugkeren. De theorie dat de overheid of de staat aanslagen zelf in scène zet en uitvoert, de theorie dat de overheid ons allen in de gaten houdt, dat joden alle overheden en bedrijven en rijkdommen beheren, de theorie van de Illuminati of dat wij door de overheid bewust vergiftigd worden door het voedsel en de lucht. Overheden en politici spelen vaak een belangrijke rol bij complottheorieën.  Bijna altijd gaat het over een machtsstructuur.

 

Een theorie waar de overheid een rol speelt en die vaak leeft bij heel wat jongeren met een islamitische achtergrond, is dat men bezig is met het ‘bestrijden’ van de islam en het ‘bekeren’ van moslims naar ongeloof, decadentie en atheïsme, onder andere door middel van de democratie, de evolutietheorie, naaktkunst en andere elementen die in de lessen soms aan bod komen en besproken worden.

 

Ook worden er heel wat complottheorieën verspreid rond het kolonialisme en de postkoloniale tijd, groomers (virtuele ronselaars) vallen de democratie aan. In de postkoloniale periode heeft het Westen ex-koloniale landen met geweld willen overtuigen van democratie. Bijvoorbeeld: Sadam Houssein werd gesteund door het Westen. Mensen zagen hem als symbool van wat het Westen wou. Democratie wordt door groomers gedemoniseerd door de wanpraktijken van een aantal grote westerse machten.

 

Omgekeerd verspreiden extreemrechtse partijen de complottheorie dat ‘de moslims het hier gaan overnemen’. Het boek Soumission van Michel Houellebecq[2] wordt vaak gebruikt als referentie.

 

Momenteel worden in de naweeën van de post-covidpandemie heel wat complottheorieën door verschillende radicale stromingen verspreid rond het machtsmisbruik van de overheid.

 

[1] Brecht Decoene, Achterdocht Tussen Feit En Fictie Kritisch Omgaan Met Complottheorieën (Brussel: Brussel Vubpress, 2016).

[2] Michel Houellebecq, Soumission (Paris: J’ai Lu, 2017).

  1. Het ego van de complotdenkers wordt gerustgesteld omdat ze de schuld voor alle kwaad naar een externe vijand kunnen schuiven. Die (vaak ingebeelde) vijand is vaag en ongrijpbaar. Bijvoorbeeld: de Illuminati werken achter de schermen, en de economische elite doet er alles aan om hun activiteiten te verbergen. De veronderstelling dat ze wel bestaan is echter een geruststelling. Er is immers een reden voor alles wat verkeerd loopt in de samenleving.

  2. Geloven in het bestaan van samenzweringen is ook geruststellend omdat het betekenis geeft aan een wereld die verstoken is van orde en zin. Tegenover de hypocrisie en kwaadaardigheid van de samenzweerders staat een morele ordewaarin de echte wereld en echte, gewone mensen aan de kant van  het goede staan. Complotdenkers hoeven niet in grijswaarden te denken of de complexiteit van moraliteit te erkennen: goed en kwaad zijn echte entiteiten die belichaamd worden door gewone mensen en samenzweerders.

  3. Ten slotte kunnen complotdenkers zich ook onderscheiden van diegenen die de werkelijkheid niet kunnen zien zoals ze is. Ze willen zich onderscheiden van mensen die niet geloven in samenzweringstheorieën. Wie behoort er niet liever tot de truthers dan tot de naïeve sheeple, de goedgelovige, meegaande en onkritische mensen?

 

Wat is een complot ?

Een complot is een gecoördineerde onderneming door een kleine en vaak geheime groep, met het oog op het dienen van specifieke belangen. Het gaat dus over een samenzwering om de doelen van een selecte groep of geheim genootschap te bevorderen, ten koste van de kleinen, de zwakken, de hardwerkende massa …  Het kan gaan over de belangen van een groep mensen of sociale klasse, of de belangen van een ideologie of richtinggevend principe. Vaak is het complot, in de ogen van complotdenkers, ten nadele van het welzijn, de gezondheid, de vrijheid of veiligheid van de ‘gewone man’. 

  1. Angstaanjagend omdat het een licht werpt op de duistere onderwereld, op de macht van een corrupte elite.

  2. Geruststellend omdat de wereld van samenzweringen inzichtelijk is: dramatische gebeurtenissen gebeuren niet zomaar, en onzekerheid is een gevolg van onwetendheid eerder dan een onvermijdelijke toestand.

  • Prinses Diana: zou zogezegd zwanger gemaakt zijn door haar vriend, Dodi Al-Fayed, een moslim. Het auto-ongeval waarbij ze om het leven kwam, zou door het Britse koningshuis georkestreerd zijn. 
  • De maanlanding zou opgenomen zijn in een studio. 
  • De aanslagen op Charlie Hebdo zouden een complot zijn van de Israëlische inlichtingendiensten en de Franse overheid om moslims in een slecht daglicht te stellen. 
  • Vliegtuigen die overvliegen laten een condensatie achter. Dit zou een chemisch spoor zijn. Dit gas zou door de overheden in de lucht worden gebracht om de bevolking kalm te houden zodat ze niet in opstand komen tegen de regeringen.
  • De aanslagen van 9/11 werden niet bedacht en uitgevoerd door moslimterroristen van Al Qaida. Volgens sommige complotdenkers hadden die nooit kunnen plaatsvinden zonder medeweten en medewerking van bepaalde schaduwkabinetten in de regering Bush. Op die manier legitimeerde de Amerikaanse overheid de inval in Irak in 2003, met als enige doel controle over de oliereserves. De Panama Papers zijn westerse criminele bedrijven die miljoenen dollars hebben verduisterd om te verhinderen wie werkelijk verantwoordelijk was voor de aanslagen van 9/11 uit de wind te zetten.  
  • The lizard people: al onze wereldleiders zijn gekoloniseerd door een buitenaards ras.
  • Aids en ebola zouden gefabriceerd zijn in een lab om de homogemeenschap en de Afrikaanse zwarten uit te roeien.
  • Het vliegend spaghettimonster wordt als beeld gebruikt door atheïsten om te duiden hoe godsdienst werkt. In essentie gaat het over allerlei dingen aannemen zonder concreet bewijsmateriaal. 
  • Het Bielenfeldt-complot: Bielenfeldt zou een stad in Duitsland zijn, mensen komen zelfs af met een foto van de stad. Doch de stad bestaat niet, het is een internetgrap. 

 

Iedereen kan in complottheorieën geloven, doch er is wel een bepaald profiel van mensen die er vatbaar voor zijn: het zijn vaak meestal personen die geen vertrouwen hebben in macht; ze staan niet open voor argumenten; ze geloven vaak in meerdere theorieën tegelijk; hoe meer ze erover lezen, hoe meer ze erin geloven; ze gaan meestal uit van hun buikgevoel en niet van bewijzen; mensen halen vaak bewijzen door elkaar … ; een lichte meerderheid van de mensen heeft een laag opleidingsniveau en een lage sociale status … 

 

[1] Brecht Decoene, Achterdocht Tussen Feit En Fictie Kritisch Omgaan Met Complottheorieën (Brussel: Brussel Vubpress, 2016).

[2] Michel Houellebecq, Soumission (Paris: J’ai Lu, 2017).

[3] Loïc Nicolas, “Wat Zijn Complottheorieën?”

[4] Brecht Decoene, Achterdocht Tussen Feit En Fictie

Welke kaders zijn van toepassing?

Uiteraard zijn kritisch denken en mediawijsheid hier op zijn plaats. Je kan hier aan werken in lessen geschiedenis, Nederlands , PAV , Actief Burgerschap , … Ook Stampmedia ontwikkelde een interessant lessenpakket rond complotdenken[1].

 

[1] StampMedia, “Complottheorieën – StampMedia,” Nieuws in de klas, n.d., https://www.nieuwsindeklas.be/aan-de-slag-met-nieuws-in-de-klas/lesmateriaal/complottheorieen-stampmedia/.

Hoe pedagogisch-didactisch aanpakken?

Het is belangrijk jongeren bewust te maken van de mechanismen van complottheorieën.  

Zoekresultaten op de computer worden beïnvloed door je surfgedrag. Bv. Je wil samen met een vriend naar een voetbalwedstrijd gaan in Engeland, je wil boeken via de computer en daarna krijgen zowel jezelf als je vriend verschillende links aangeboden.

Als je iets intikt, vult google vaak verder in, dus als je vaak naar complottheorieën zoekt, krijg je die uiteraard ook aangeboden.

Je hoort iets via het nieuws dat in conflict is met wat je zelf denkt, met je identiteit.  Bv. Bij Charlie Hebdo: vredelievende moslimjongeren geloven niet dat aanslagen gepleegd zijn door moslims in naam van de islam, want voor hen is de islam een vredelievende godsdienst, het moet dus wel een complot zijn om moslims in een slecht daglicht te stellen

Als je een overtuiging hebt, zoek je argumenten die dat versterken, bv. twee groepen jongeren, Barcelonafans en Real Madridsupporters. 

Wie zou het bericht ‘Messi is de beste voetballer aller tijden’ liken? Uiteraard alle Barcelonasupporters liken dit bericht. 

Er is een rapnummer of een film over een bepaald maatschappelijk onderwerp. Veel jongeren denken dat dit sowieso ergens op gebaseerd is, ze kunnen er niet meer van uitgaan dat iets volledig verzonnen is.

Gelovige jongeren nemen vaak iets aan waar geen bewijs voor is, bv. het bestaan van God. Ze grijpen naar pseudowetenschappelijke bewijzen uit de Koranische verzen die hetgeen zij geloven bevestigen. Ze zeggen dan dat er wel bewijzen zijn voor het bestaan van God. Er wordt bv. gesteld dat in de Koran staat beschreven wat het hoogste punt en laagste punt van de wereld is vooraleer wetenschappers dat konden zeggen. Dit zorgt ervoor dat ze weigeren wetenschappelijke bronnen te raadplegen en geen oor hebben naar wat de leerkracht zegt.

Waartoe je behoort kan maken dat je zegt in een theorie te geloven, ook al is dat vaak individueel niet het geval. Amerikaans onderzoek zegt bijvoorbeeld: zwarten geloven meer in één theorie, witte Amerikanen in meerdere theorieën. Zwarten geloven dat crack in de getto’s is om zwarten uit te roeien. Witten geloven bv. dat de regering belastingen int om een socialistische maatschappij te maken.

Als je drie verklaringen hebt voor een gebeurtenis, is de kans groot ­en is het vaak zo ­dat de verklaring waar je de minste bewijzen voor moet aanvoeren, de juiste is. Dit in tegenstelling van wat je op het eerste zicht zou denken. 

Wat zeggen de RAN-expert en de diversiteitsexperts van CEAPIRE?

Jongeren geloven uiteraard zelf wat ze willen, doch het is belangrijk de mechanismen die leiden tot complottheorieën te duiden. Complottheorieën ontstaan ook niet in een vacuüm.  Het geloof in samenzweringen is vaak een gevolg van een zekere ontevredenheid of ongerustheid, daarom is het belangrijk om geen simplistisch onderscheid te maken tussen de heldere, rationele denker met gezond verstand en de goedgelovige of krankzinnige complotdenker. Dat complottheorieën ontstaan in een bepaalde context, betekent wel dat je ze niet van de hand kan wijzen als geïsoleerde of ongevaarlijke fenomenen! We dienen daarom het kritisch denken bij jongeren te stimuleren. Belangrijk weetje is wel: ‘Iemand die gelooft in complottheorieën zal nooit aannemen dat het niet waar is’. De twijfel durven toelaten is het begin van alle wijsheid

 

Voorbeelden: 

 

  • Je kan vertrekken van een complottheorie en jongeren argumenten voor- en tegen laten formuleren om hen daarna in een groepsgesprek te laten proberen elkaar te overtuigen. 
  • De BBC heeft ook een aantal tools ontworpen om complottheorieën te ontleden ‘Anatomy of a killing’.
  • Stampmedia heeft een interessant lessenpakket hierrond ontworpen. 
  • Het boekje ‘Achterdocht tussen feit en fictie’ van Brecht Decoene geeft een duidelijk inzicht in het fenomeen van complotdenken. 

 

Het schema van multiperspectiviteit van Patist en Wansink, besproken op de RAN-meeting COVID-19 narratives that polarise van 10 december 2020 verklaart waarom iemand vatbaar is voor complottheorieën en hoe je hem/haar kan helpen om de dingen vanuit een ander perspectief te bekijken. Er loopt een dun lijntje tussen fake news en complottheorieën, het één is een gevolg van het andere. 

 

[1]  Brecht Decoene, Achterdocht Tussen Feit En Fictie

[2] BBC News, “Anatomy of a Killing – BBC News,” YouTube Video, YouTube, September 23, 2018, https://www.youtube.com/watch?v=4G9S-eoLgX4.

[3] StampMedia, “Complottheorieën

[4] Brecht Decoene, Achterdocht Tussen Feit En Fictie.

[5] Jaap Patist and Bjorn Wansink, “Lesgeven over Gevoelige Onderwerpen: Het Aangaan van Een Moeilijk Gesprek in de Klas,” Kleio 4 (2017): 44–47.

[6] RAN: Radicalisation Awareness Network, “COVID-19 Narratives That Polarise” (RAN: Radicalisation Awareness Network, 2020), https://ec.europa.eu/home-affairs/sites/homeaffairs/files/what-we-do/networks/radicalisation_awareness_network/about-ran/ran-c-and-n/docs/ran_paper_covid-19_stories_that_polarise_20201112_en.pdf.

europe logo white

THE E-LEARNING TOOL

EUROGUIDE EU flag

This project is co-funded by the Internal Security Fund of the European Union – GA N° 871038