Heel wat jongeren koppelen om heel wat redenen verschillen in normen en waarden aan biologische verschillen. Dit uit zich in bepaalde opvattingen over identiteit, werk, opleiding, relaties...
Een voorbeeld hiervan is:
We merken ook dat radicale groeperingen zowel politiek als religieus, terugvallen op traditionele rolverdelingen binnen de relatie man-vrouw. De vrouw is voor hen onderdanig en dient voor de opvoeding van de kinderen te zorgen. De man is voor hen de broodwinnaar en heeft het gezag over de familie. Dit uit zich vaak ook fysiek via kledij en houding bij zowel de vrouw als de man. Daarnaast vertonen sommige mannen ook machogedrag.
Welke kaders zijn van toepassing?
Belgische wetgeving
De wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen en de strafwetten en andere wetten die specifiek tot doel hebben de gelijkheid van mannen en vrouwen te waarborgen. Op 12 januari 2007 heeft België een wet aangenomen om de gelijkheid tussen vrouwen en mannen te bevorderen door de genderdimensie te integreren in de Belgische beleidsstructuren.[1]
Het PPGO!
In het PPGO! is de gelijkwaardigheid van de seksen expliciet ingeschreven. Actief optreden tegen vormen van discriminatie of uitsluiting op basis van geslacht en geaardheid (naast andere kenmerken) maken integraal deel uit van het pedagogisch project van het GO!.[2]
Gemeenschappelijke verklaring met andere onderwijsverstrekkers
In 2012 ondertekende het GO! samen met de andere Vlaamse onderwijsverstrekkers een gemeenschappelijke verklaring[3] over een beleid met betrekking tot gender en seksuele geaardheid in het onderwijs. Daarmee engageren we ons tot de volgende doelstellingen: “Pesten actief bestrijden, bij alle betrokkenen genderbewustzijn ontwikkelen, genderstereotypen wegwerken om zo de vrije (levensloop)keuze mogelijk te maken en, ten slotte, weerstand tegen holebi’s en transgenders doen verdwijnen.”
[1] Belgisch Staatsblad, “Wet Ter Bestrijding van Discriminatie Tussen Vrouwen En Mannen.,” 2007002098 § (2007), https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi_loi/change_lg_2.pl?language=nl&nm=2007002098&la=N.
[2] GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap, “Het Pedagogisch Project van Het GO! (Kortweg: PPGO!),” g-o.be (GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap, 2017), https://www.g-o.be/het-pedagogisch-project-van-het-go-kortweg-ppgo/.
[3] Vlaamse Overheid - Departement Onderwijs, “Gemeenschappelijke Verklaring over Een Beleid Met Betrekking Tot Gender En Seksuele Geaardheid in Het Onderwijs,” 2012, http://transgenderinfo.be/wp-content/uploads/gender-en-seksuele-geaardheid-charter.pdf.
Het is uiteraard in de eerste plaats belangrijk om proactief op te treden. Een genderdiversiteitsbeleid maakt deel uit van het inclusief omgaan met diversiteit. Opnieuw is Actief burgerschap[1] een hefboom. Binnen Actief burgerschap moeten we inzetten op gender vanuit zowel het schoolklimaat als het curriculum.
In de eerste plaats pleiten we voor een genderresponsief schoolklimaat, als onderdeel van een goede burgerschapscultuur. Deze totaalaanpak voor de school vergt van iedereen betrokkenheid, van directie over lerarenkorps tot administratief personeel. Dit door zelf het goede voorbeeld te tonen en ook in het schoolreglement aandacht te hebben voor gendersensitieve zaken. Een school kan het personeel daarin ondersteunen door een helpdesk te creëren, aanspreekpersonen aan te duiden, vormingen te voorzien met aandacht voor gender, en rolmodellen uit te nodigen. Deze ingrepen kunnen vanzelf zorgen voor een positief klimaat ten opzichte van gender en daarom ook preventief werken. Het is belangrijk om te vermijden dat leraren verrast worden door jongeren of situaties en niet goed weten hoe die aan te pakken. Duidelijk maken aan jongeren dat praten over gender niet taboe is, is een stap in de goede richting. Het is goed om op een open en respectvolle manier over gender te praten en dat ook regelmatig te doen.
Naast aandacht voor de schoolcultuur, is ook aandacht voor een gemeenschappelijk kader rond curriculum van belang. Jongeren krijgen de kans om al hun interesses en talenten te kunnen ontwikkelen, los van genderstereotypen. Op die manier worden traditionele rollenpatronen ook doorbroken: jongeren kiezen in functie van hun talent, niet in functie van hun gender. Binnen dit idee is een goede omkadering in de klas altijd belangrijk. De leraar denkt na over de eigen lesstijl: gebruik ik genderstereotype voorbeelden, hoe zit het met de communicatie en vraagstelling?
Meer informatie over de preventieve aanpak vind je in: Gender op school. Leidraad voor een genderinclusieve samenleving.[2]
[elementor-template id="4331"]
[1] GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap, “GO! Pro - Leerlijn Actief Burgerschap,” Pro.g-o.be (GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap, 2015), https://pro.g-o.be/pedagogische-begeleiding-leerplannen-nascholing/aan-de-slag-met-actief-burgerschap/in-het-secundair-onderwijs/toolkit-leerlijn-actief-burgerschap-llab.
[2] Myriam Halima et al., Gender Op School: Leidraad Voor Een Genderinclusieve Leeromgeving (Brussel: Politeia, 2017).
Vrouwenemancipatie kende een enorme evolutie in het Westen in de jaren ‘50-‘60. In niet westerse landen is deze evolutie echter later tot stand gekomen. In sommige landen lopen dergelijke processen trager en duren ze langer dan in het Westen. Ook economische redenen zorgen ervoor dat men afstand moet nemen van de klassieke rolpatronen.
In heel veel landen van herkomst van de jongeren, heerst nog steeds een patriarchale thuisstructuur en zijn vrouwen nog afhankelijk van de mannen als broodwinnaar. Maar in landen waar dit niet het geval is of waar één loon onvoldoende is om te overleven, zien we steeds meer vrouwen die ook buitenshuis werken. Jammer is dat werkende vrouwen, naast hun job, binnenshuis ook de taak van het huishouden en de kinderen op zich moeten nemen. Mannen ondersteunen hun vrouwen hierin niet of te weinig. Er ligt nog een heel lang emancipatieproces voor de boeg. Dit wordt soms onterecht aan islam gekoppeld. In sommige islamitische landen krijgen vrouwen zelfs meer erkenning dan mannen. Ze worden terecht op een voetstuk geplaatst omdat zij zowel buitenshuis als binnenshuis, waar ze het huishouden runnen, werken. Hier voorbeelden van aanhalen helpt om traditioneel denken te doorbreken.
Heel wat jongeren van de tweede en derde generatie houden vast aan deze traditionele rolpatronen. De kunst is om door middel van simpele oefeningen rond toekomstdromen en berekeningen qua behoeften een bepaalde gewenste levensstandaard voorop te stellen en het toenemende belang aan tweeverdieners in onze maatschappij te duiden.
Bijvoorbeeld: Doe een oefening met de maandelijkse inkomsten. Start met een loon van het beroep dat je wil doen, en trek daar de maandelijkse kosten van af. Vraag welke vrijetijdsbesteding ze willen doen, wat ze willen eten en met welke auto ze willen rijden ... Dan kom je tot de vaststelling dat je als alleenverdiener al deze rekeningen moeilijker kan betalen. Deze oefening is heel confronterend voor jongeren en laat hen zelf inzien dat het de dag van vandaag niet evident is om als alleenverdiener voor je gezin te zorgen. Zelfs met een loon van twee personen hebben mensen het soms moeilijk om de eindjes aan elkaar te knopen. Daarom is vasthouden aan traditionele rolpatronen de dag van vandaag niet erg realistisch.
Ook hier verwijzen we naar tools rond kritisch denken binnen de leerlijn Actief burgerschap[1].
[1] GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap, “GO! Pro - Leerlijn Actief Burgerschap”
THE E-LEARNING TOOL
This project is co-funded by the Internal Security Fund of the European Union – GA N° 871038