Black on Transparent2

GENDER & IDENTITEIT

Hoe gaan we om met jongeren die weigeren deel te nemen aan de lessen seksuele voorlichting en opvoeding?

Waarover gaat het?

Sommige jongeren of hun ouders beschouwen praten over seksualiteit op een jonge leeftijd als taboe en/of niet verenigbaar met hun cultuur of religie. Een jongere kan daardoor weigeren deze les te volgen.

 

Rond seksuele voorlichting bestaan er twee misvattingen. De eerste is gebaseerd op het idee dat seksuele voorlichting betekent dat je verplicht blootgesteld wordt aan pornografisch materiaal. De tweede is het complotdenken dat het de missie van de school is om jongeren zo vroeg mogelijk seksueel actief te maken of om hen een ‘westerse levensstijl’ op te leggen.

Welke kaders zijn van toepassing?

Vakgebonden eindtermen

 

Enerzijds zitten de biologische aspecten van de voortplanting in de vakgebonden eindtermen van bv.het vak natuurwetenschappen waardoor het een verplicht onderdeel vormt.[1] 

Vakoverschrijdende eindtermen

Anderzijds zit relationele en seksuele vorming verankerd in de vakoverschrijdende eindtermen, wat wil zeggen dat dit in alle vakken aan bod kan komen. Het is van belang dat dit effectief in verschillende lesonderdelen en op alle leeftijden wordt geïntegreerd in de lessen. Het zorgt er immers voor dat jongeren beter gewapend zijn tegen allerlei risico’s als bv.soa’s, hiv, ongewenste zwangerschappen en seksueel grensoverschrijdend gedrag. Bovendien is het mogelijk om het relationele aspect naar voren te laten komen.

Je hoeft in de basisschool niet uit te wijden over seksuele verlangens, soa’s of condooms. Als leerkracht kan je het thema wel onder de aandacht brengen door te spreken over relaties tussen meisjes en jongens in de maatschappij. Het kan kinderen immers van jongs af aan helpen om eigen grenzen te leren aangeven en de grenzen van anderen te leren herkennen en respecteren.

Binnen het secundair onderwijs is het belangrijk dat er over alle onderwerpen wordt uitgeweid, dat hiervoor maximaal wordt vertrokken vanuit de vragen en leefwereld van de jongeren en dat dit regelmatig wordt herhaald. Door deze herhaling wordt tegemoetgekomen aan het verschil in tempo qua seksuele nieuwsgierigheid van jongeren.[2]

Nieuwe eindtermen eerste graad

In de nieuwe eindtermen voor de eerste graad lezen we dat een gezonde levensstijl ook het integer omgaan met seksualiteit impliceert. “Seksualiteit vormt een centraal aspect van het mens-zijn doorheen de levensloop en omvat zowel seksuele activiteit, seksuele (gender)identiteit en (gender)rol, seksuele oriëntatie, erotiek, plezier, intimiteit en voortplanting (…)”. Onder seksuele integriteit verstaan we het bewust, respectvol en verantwoordelijk omgaan met de eigen seksualiteit en die van de ander (Van der Steeg, 2017). Om jongeren tot relationeel en seksueel integere en gezonde volwassenen te vormen, is het belangrijk dat zij hun lichaam, seksuele identiteit en (intieme) relaties ontdekken en hierover leren nadenken.

 

Vanuit de sleutelcompetentie ‘competenties op vlak van lichamelijk, geestelijk en emotioneel bewustzijn en dito gezondheid’ moet er op school aandacht worden besteed aan seksuele gezondheid, lichamelijke ontwikkelingen binnen de puberteit, seksuele oriëntatie en gender. Het is met andere woorden belangrijk jongeren kennis, vaardigheden en attitudes aan te reiken ten opzichte van deze thema’s. Bij veel jongeren is het absoluut cruciaal om seksuele opvoeding te geven, omdat de primaire bron van informatie de vriendengroep en sociale media is.[3]

 

[1] Vlaamse Overheid, “Onderwijsdoelen En Leerplannen in Het Secundair Onderwijs,” Onderwijs Vlaanderen, n.d., https://onderwijs.vlaanderen.be/nl/onderwijsdoelen-leerplannen-secundair-onderwijs.

[2] Vlaamse Overheid, “Onderwijsdoelen En Leerplannen in Het Secundair Onderwijs”

[3] Vlaamse Overheid, “Onderwijsdoelen En Leerplannen in Het Secundair Onderwijs”

Hoe pedagogisch-didactisch aanpakken?

Bij het behandelen van thema’s als voortplanting en seksualiteit is het steeds aangewezen om erkenning te geven aan het feit dat het een gevoelig thema is, en hierbij zoveel mogelijk te zorgen voor een gemoedelijke en vertrouwelijke (klas)sfeer en voldoende tijd uit te trekken.  Dit laatste biedt de kans om eerst een aantal “veilige” thema’s aan bod te laten komen, als bijvoorbeeld verliefdheid, waardoor iedereen kansen krijgt om te wennen aan het thema.  Beeldmateriaal kan tevens een veilige methodiek zijn om het thema bespreekbaar te maken.  Hierbij is het evenwel cruciaal om goed na te denken welk beeldmateriaal wordt gebruikt.  Ons advies is om te starten met de meest veilige beelden en jongeren te verwittigen wat ze zullen te zien krijgen.  Daarnaast is humor ook altijd hét middel bij uitstek om een beladen onderwerp te ontmijnen.

  1. Vermijd om seksualiteit “te vermijden”: seksuele opvoeding maakt deel uit van het leerplan. Deelname aan de lessen is verplicht voor het behalen van het diploma. Begin dan ook zelf over seksualiteit en geef aan dat je jongeren en hun ouders hierover kunnen praten;

  2. Wees je bewust van je eigen waarden en normen en laat je eigen overtuigingen niet doorwegen. Ga op een positieve wijze in op abortus en homoseksualiteit. Deze rechten en vrijheden zijn wettelijk gewaarborgd. In België is het toegestaan om als LGBTQ te huwen, kinderen te krijgen of te adopteren. Zij mogen net als andere koppels in het openbaar hun liefde tonen door bijvoorbeeld hand in hand te lopen of elkaar te kussen. Ook abortus is toegestaan en werd zelfs recent uit het strafwetboek gehaald.

  3. Veroordeel nooit;

  4. Ga in op wat voor jouw jongere belangrijk is en zet je eigen agenda opzij;

  5. Luister eerst. Je hoeft niet alles te weten over seksualiteit of altijd een oplossing te hebben;

  6. Gebruik Zanzu.be en maak je eigen woordenboekje met termen die goed verstaanbaar zijn en waarbij je je goed voelt;

Sensoa geeft ook tips om een veilige omgeving te creëren bij diverse groepen. Spreek mensen positief aan als individu, los van hun culturele achtergrond.

  1.  
  1. Probeer niet de indruk te wekken dat je weet hoe de “cultuur” van je jongere is;

  2. Bekijk je jongere niet vanuit een wij-zij-tegenstelling;

  3. Vermijd woorden als “cultuur” en “religie”.

Anderzijds is het belangrijk om je als leerkracht bewust te zijn van de culturele en religieuze context achter de afkeer voor homoseksualiteit of de afkeer voor seksuele betrekkingen die naast de voortplanting ook het seksuele genot als doel hebben.

Sensoa: geeft een aantal methodieken en materialen over seksualiteit en relaties in multiculturele groepen.

Zanzu: website over seksuele gezondheid voor anderstaligen. Geschreven in 14 talen met vertaal- en voorleesfunctie.

Lespakket ‘Tussen de lakens’:  interactief lespakket voor kinderen en jongeren over relationele en seksuele vorming.

Shalimar: educatief spel voor jongeren vanaf 14 jaar over seksualiteit en relaties in een multiculturele groep.

Rond je seksualiteit: praten over waarden en normen rond relaties en seksualiteit. Carrousselspel over seksualiteit voor jongeren van 15 tot 21 jaar.

Als leraar is het belangrijk om nooit te veroordelen en in de eerste plaats te luisteren. Maak hiervoor op voorhand afspraken om een veilige sfeer te creëren, bijvoorbeeld via PIKALL-afspraken of RESPECT-afspraken[1].

P Privé (alles blijft in deze groep)

I Ik (je vertelt over jezelf, niet over anderen)

K Keuze (je beslist zelf wat je vertelt)

A Actief meewerken

L Luisteren

L Lachen (maar niet uitlachen)

R Respect voor elkaars mening

E Elkaar laten uitspreken

S Samenwerken

P Privé

E Elkaar niet uitlachen

K Kies

T Time out (we verplichten niemand)

[1] Sensoa, “Hoe Begeleid Je Seksuele Vorming? – Afspraken Maken Met Pickasoll – Tips – Jongeren Begeleiden | Sensoa,” Sensoa, 2017, https://www.sensoa.be/goede-begeleidershouding-bij-seksuele-vorming-met-pickasoll.

Wat zeggen de RAN-expert en de diversiteitsexperts van CEAPIRE?

Het is belangrijk toe te voegen dat seksualiteit behoort tot de natuurlijke evolutie- en ontwikkelingsprocessen van de mens om seksueel actief te worden, zich voort te planten en hier ook genot uit te halen in een liefdesrelatie. De lessen seksuele opvoeding zijn juist een middel om jongeren bewust te maken, te informeren en te beschermen tegen ongewenste zwangerschappen, seksueel overdraagbare ziekten, enz. Het is de bedoeling dat de leerkracht dit overbrengt. Het is aan elke jongere om deze kennis toe te passen wanneer hij/zij wil (in een relatie of huwelijk …).

 

Het is ook altijd nuttig de leerkrachten Wetenschappen en de leerkrachten Levensbeschouwelijke vakken samen hierrond een project te laten uitwerken.

  • Een school signaleerde dat er een groep jongeren weigerde om een test rond seksuele voorlichting af te leggen. De school ging ervan uit dat dit een religieuze grondslag had en overwoog eerst om alle jongeren die weigerden om de test af te leggen gewoon een nul te geven. In plaats daarvan ging de school het gesprek aan met de jongeren en trachtte hen op een open en authentieke manier te benaderen door open vragen te stellen naar de achterliggende redenen. Het werd een constructief gesprek waarbij de jongeren in kwestie zelf aangaven dat hun weigering zeker niet te herleiden was tot religie, maar dat het alleen maar met schaamte en cultuur te maken had. Samen besloten ze om met kleinere stapjes vooruit te gaan, meer tijd te nemen en hen te laten wennen aan het thema. Uiteindelijk legden alle jongeren de test met succes af.

 

  • Enkele scholen gaven aan dat het voor hen had geholpen om de klas voor sommige lesonderdelen op te splitsen in een jongensgroep en een meisjesgroep en hen onderling te laten discussiëren en vragen te stellen. Een deel van de schaamtegevoelens konden op die manier worden onderdrukt. Het bood bovendien ook meer mogelijkheden om bepaalde ervaringen uit te spreken en uit te wisselen in een veiligere sfeer. Niet iedereen is bereid om ervaringen, gevoelens of ideeën in dit verband met een groep te delen. Dwing hen hier ook niet toe. Elke jongere is immers anders en niet iedereen heeft een even uitgesproken mening.

 

  • Denk na over hoe je seksualiteit positief kunt kaderen in plaats van er een probleem van te maken. Beslis welke termen je gaat gebruiken om de dingen bij naam te noemen en hou er consequent aan vast. Dit helpt jongeren om juiste en gezonde beslissingen te nemen. Op het ogenblik dat er wordt gesproken over thema’s die voor jongeren mogelijk controversieel zijn, zoals homoseksualiteit of abortus, is het belangrijk dat je zeker ook de wettelijke kaders in ons land schetst: dat homohuwelijken in ons land zijn toegestaan.

  • Sommige scholen boekten rond homoseksualiteit positieve resultaten door te werken met fotomateriaal van bekende homo’s om stereotypen te doorprikken. Zij gebruikten daarbij zowel fotomateriaal van extreme figuren op de gaypride, maar gebruikten evenzeer portretten van Da Vinci, Alan Turing, Oscar Wilde, Peter Tsjaikovski, of recente rolfiguren als Jitske Van de Veire, Sam De Bruyn, Rihad Bari, Jani Kazaltzis of Bo Van Spilbeek. Als de leraar zelf zijn mening kwijt wil over deze onderwerpen, moet dit worden geformuleerd in eigen naam om polarisering te vermijden.[1]

     

Ten slotte, wanneer deze onderwerpen worden behandeld in een klas waar velen het Nederlands nog niet beheersen, bijvoorbeeld binnen het OKAN-onderwijs, is het raadzaam om de Zanzu-website te bekijken. Daar krijg je op een eenvoudige manier in 14 verschillende talen uitleg over onder meer seksuele gezondheid.

[1] Sensoa, “Seksuele Vorming Voor Leraren En Begeleiders,” Sensoa, n.d., https://www.seksuelevorming.be.

europe logo white

THE E-LEARNING TOOL

EUROGUIDE EU flag

This project is co-funded by the Internal Security Fund of the European Union – GA N° 871038