Dit tweede deel heeft als doel leerkrachten te helpen bij het omgaan met genderextremisme, zodra deze situatie is vastgesteld. Hieronder wordt een aantal scenario’s of situaties van extremisme geschetst die onder andere door leerkrachten, beleidsmakers, onderwijsdeskundigen, journalisten en adviseurs aan de orde zijn gesteld, met daarbij de belangrijkste obstakels en aanbevelingen.
De Eerste Kamer heeft in augustus 2019 een wet aangenomen die het dragen van gezichtsbedekkende kleding in scholen, openbaar vervoer, overheidsgebouwen en ziekenhuizen verbiedt, waardoor Nederland deel uitmaakt van de groep van Europese landen die een zogenaamd “boerkaverbod” opleggen. De wet is van toepassing op alle gezichtsbedekkingen, inclusief motorhelmen en skimaskers, en op islamitische kleding zoals de boerka en niqab. Het is niet van toepassing op de hijab, of islamitische hoofddoeken die alleen het haar bedekken. De overheid omschrijft de wet als “religie-neutraal.” Direct na de intreding van het verbod hebben mensenrechtenactivisten echter de vrees geuit dat het Nederlandse boerkaverbod moslimvrouwen zou kunnen weerhouden om de openbare ruimte, scholen incluis, te betreden. Daarbovenop betoogden zij dat een dergelijk verbod op religieuze kleding de basis legt voor haat, angst en racisme. Hierbij moet worden aangetekend dat de boerka niet voor alle moslimvrouwen verplicht is, maar dat sommigen hiervoor kiezen om deze te dragen nadat zij hun eerste ongesteldheid gekregen hebben.
THE E-LEARNING TOOL
This project is co-funded by the Internal Security Fund of the European Union – GA N° 871038