Dit tweede deel heeft als doel leerkrachten te helpen bij het omgaan met genderextremisme, zodra deze situatie is vastgesteld. Hieronder wordt een aantal scenario’s of situaties van extremisme geschetst die onder andere door leerkrachten, beleidsmakers, onderwijsdeskundigen, journalisten en adviseurs aan de orde zijn gesteld, met daarbij de belangrijkste obstakels en aanbevelingen.
Nog niet zo lang geleden, waren de rollen van mannen en vrouwen in Nederland strikt verdeeld volgens traditionele genderpatronen, met mannen aan het hoofd van het gezin. Tot 1956 waren er geen getrouwde vrouwen werkzaam in de Nederlandse ambtenarij. In feite verloren vrouwen automatisch hun baan zodra zij in het huwelijk traden. Sinds de jaren 60 van de vorige eeuw, is de Nederlandse overheid een steeds liberaler standpunt gaan innemen, met als belangrijkste uitgangspunt dat de staat de keuzevrijheid van het individu moet respecteren en ondersteunen. Mannen en vrouwen moeten hun leven naar eigen inzicht kunnen inrichten. Vanaf 1974 heeft de Nederlandse overheid zich actief ingezet voor gelijke rechten en gelijke kansen voor mannen en vrouwen en heeft zij verschillende wetten ingevoerd die dit moeten versterken. Het meest bekend is de Algemene Wet op Gelijke Behandeling uit 1994. Deze wet maakt het onder andere onwettig voor werkgevers om mensen te bevoordelen of te benadelen op basis van persoonlijke kenmerken, zoals geslacht of seksuele voorkeur.
Gendergelijkheid blijft een omstreden onderwerp om in de klas te bespreken, vooral voor leerlingen uit bepaalde religieuze en culturele tradities, die door hun gemeenschap of familie sterke en traditionele gendernormen hebben meegekregen. Als gevolg daarvan kijken deze leerlingen neer op meisjes uit hun gemeenschap of religie die naar school gaan.
THE E-LEARNING TOOL
This project is co-funded by the Internal Security Fund of the European Union – GA N° 871038