GENDER

Controversiële kwestie: Leerlingen geloven dat eerwraak gerechtvaardigd is.

Dit tweede deel heeft als doel leerkrachten te helpen bij het omgaan met genderextremisme, zodra deze situatie is vastgesteld. Hieronder wordt een aantal scenario’s of situaties van extremisme geschetst die onder andere door leerkrachten, beleidsmakers, onderwijsdeskundigen, journalisten en adviseurs aan de orde zijn gesteld, met daarbij de belangrijkste obstakels en aanbevelingen.

Wat te doen als leerlingen in de klas openlijk toegeven dat ze eerwraak en geweld steunen, of als meisjes hun angst delen omdat ze bedreigd worden door hun familie?

In zogenaamde ‘eerculturen’ wordt de eer van de familie bepaald door het sociale en seksuele gedrag van meisjes en vrouwen. In dergelijke culturen zijn bijvoorbeeld maagdelijkheid en hoe goed vrouwen en meisjes de diepgewortelde traditionele normen volgen, zeer belangrijk. Deze tradities schrijven namelijk voor wat wel en niet acceptabel gedrag is. Iedereen die deze normen en regels overtreedt, moet worden gestraft en in extreme gevallen gedood worden via zogenaamde ‘eermoorden’, die door de gemeenschap worden toegestaan of uitgevoerd. Familie-eer betekent alles, nog meer dan een leven. Onderdrukking en geweld in de naam van eer beletten meisjes en vrouwen om keuzes te maken over hun eigen leven. Het beperkt hen in hun dagelijks leven en is een daad van ernstige discriminatie en schending van de mensenrechten. Eerwraak omvat fysieke mishandeling (schoppen en slaan), psychologische druk (strenge controle, vernedering, bedreiging), gedwongen huwelijken, achterlating (iemand in het land van herkomst achterlaten of terugsturen), gedwongen zelfmoord, en wraakmoord. [1]

[1] Ministerie van Justitie en Veiligheid (2021) Honor-based violence. Accessed on 18 January 2021. Available online: https://www.government.nl/topics/honour-based-violence

Obstakels en uitdagingen die door de leerkrachten worden gedeeld
  • Vrouwelijke leerlingen geven blijk van stress en bezorgdheid over de extreme druk die door hun familie en gemeenschap op hen wordt uitgeoefend, om de eer van hun familie hoog te houden.
  • Mannelijke leerlingen uiten sterke overtuigingen met betrekking tot eerwraak of geweld.
  • Twee docenten deelden het verhaal dat twee van hun leerlingen onder druk werden gezet om terug te keren naar India en Pakistan en vreesden dat zij zouden worden gedood omdat ze vriendjes in Nederland hadden.
  • Sommige mannelijke leerlingen gaven openlijk te kennen dat zij het recht hadden hun eer te herwinnen door hun zus te doden of geweld te gebruiken als zij zich gedragen op een manier die tegen hun geloof ingaat.
  • Een mannelijke leerling gaf aan dat de familie-eer hersteld moest worden omdat eer alles is, nog belangrijker dan een leven.
Aanbevelingen
  • Benadruk het belang van een menselijk leven en de mensenrechten in de klassendiscussies.
  • Nodig, waar mogelijk, specialisten op het gebied van genderrechten uit om met leerlingen te spreken.
  • Betrek de schoolleiding bij deze kwesties.
  • Het Nederlandse Ministerie van Justitie en Veiligheid raadt aan om, bij dreigende eerwraak, contact op te nemen met de lokale politie en rechtshandhavingsdiensten. Bij de Nederlandse politie is er een contactpersoon eergeweld, die ervaring heeft in de omgang met families waar eer-geweld een probleem is. In complexe gevallen kan de deze contactpersoon het Landelijk Expertise Centrum Eer Gerelateerd Geweld (LEC EGG) van de Nederlandse politie raadplegen.
  • Als er geen onmiddellijke dreiging van geweld is of de leerling advies of onderdak nodig heeft, neem dan contact op met ‘Veilig Thuis‘, de hulplijn voor huiselijk geweld en eer-gerelateerd geweld. Veilig Thuis heeft protocollen voor eerwraak en kan personen in contact brengen met opvangcentra zonder hun naam prijs te geven.
  • Gebruik de school om (eventueel via gemeenschapsleiders) contact met de familie op te nemen.
  • Zoek hulp van schoolmentoren om met mannelijke leerlingen te bemiddelen als zij zich positief hebben uitgelaten over eerwraak.

THE E-LEARNING TOOL

This project is co-funded by the Internal Security Fund of the European Union – GA N° 871038