Black on Transparent2

SAMEnLEVEN

Het identificeren van vroegtijdige alarmsignalen van extremisme in verband met samenleven

Dit eerste deel is bedoeld om leraren te helpen begrijpen of er een probleem is of niet – is dit extremistisch gedrag of zou het dat misschien kunnen zijn? Moet ik het in de gaten blijven houden of niet? Er wordt een aantal belangrijke vragen uiteengezet, die door onder andere leraren, beleidsmakers, onderwijsdeskundigen, journalisten en adviseurs gesteld worden in verband met het vroegtijdig identificeren van extremisme.

Welke verschillende soorten radicalisering en polarisering worden gedefinieerd door hun verzet tegen diversiteit en inclusie?
  • Blanke overheersing (‘White supremacy’)
  • Neonazisme
  • Xenofobie
  • Islamofobie
  • Antisemitisme
  • Haatzaaien (on- en offline)
  • Intolerantie en onverdraagzaamheid 
Wat zijn de vroege alarmsignalen, voor wanneer de overtuigingen en ideeën van leerlingen over zichzelf en anderen extremistisch of radicaal worden? Hoe identificeer ik en wat zijn verschillende kenmerken van radicaal of extremistisch gedrag, dat een bedreiging vormt voor diversiteit en inclusie?

Plotselinge gedragsveranderingen in de klas

 

  • Tijdens de lessen ‘terugtrekken’ of een gebrek aan betrokkenheid, bijvoorbeeld door het gebruik van een koptelefoon om naar religieuze lezingen en/of extreemrechtse propaganda te luisteren.
  • Aandringen op het verlaten van de klas om te bidden op gezette tijden.
  • Niet willen deelnemen aan niet-verplichte activiteiten zoals museumbezoek, bioscoopbezoek, uitstapjes.
  • Vermijden van oogcontact, ‘vervagen’ naar de achtergrond, ‘onzichtbaar’ zijn.
  • Het vermijden van gesprekken over ouders, familie of thuis.
  • Agressieve kritiek op westerse of Nederlandse waarden, waaronder multi-culturaliteit, immigratie, tolerantie en respect voor mensenrechten tijdens klassikale discussies.
  • Agressief gedrag naar leerlingen die hun identiteit of cultuur niet delen.
  • Een regelrechte afwijzing van de vrijheid van meningsuiting en stellen dat bepaalde groepen geweld verdienen.
  • Uitspraken van culturele of op identiteit gebaseerde superioriteit.
  • Leerling begint badges of insignes te dragen van bekende radicale of extremistische groeperingen.

Gedragsverandering buiten de school

 

  • Het verwelkomen van niet-moslims bij islamitische feesten maar zelf weigeren om mee te doen met activiteiten tijdens christelijke feestdagen omdat deze haram
  • Vriendschappen met niet-moslims verbreken.
  • Niet-islamitisch bankieren als haram beschouwen (kan zich manifesteren met het doorknippen of weggooien van bankpasjes van ouders).
  • Het vermijden van plekken waar mensen van het andere geslacht aanwezig zijn.

Online gedragsveranderingen

 

  • Het zoeken naar, en delen van onlinecontent die vraagt om de vernietiging van Nederlandse, Europese of Westerse democratische samenlevingen en waarden.
  • Het veroordelen (en te schande maken) van moslims die kerst vieren of meedoen met andere niet-moslim festiviteiten, via online platformen en sociale media.
  • Het aanzetten tot geweld, door het plaatsen van commentaar of berichten op sociale media of andere online platformen.
  • Onderzoek naar geweren, explosieven en andere wapens online en naar gewelddadige aanvallen en gebeurtenissen.
  • Het online bestuderen van potentiële doelwitten (zoals een overheidsgebouw).

Het gebruik van codewoorden of ongebruikelijke taal op internetfora of sociale media.

europe logo white

THE E-LEARNING TOOL

EUROGUIDE EU flag

This project is co-funded by the Internal Security Fund of the European Union – GA N° 871038