Dit tweede deel heeft als doel leerkrachten te helpen bij het omgaan met maatschappelijke en ideologisch extremisme, zodra deze situatie is vastgesteld. Hieronder worden scenario’s of situaties van extremisme geschetst die onder andere door leerkrachten, beleidsmakers, onderwijsdeskundigen, journalisten en adviseurs aan de orde zijn gesteld, gevolgd door de belangrijkste obstakels en aanbevelingen.
Helaas is Europa de afgelopen jaren getuige geweest van nieuwe golven gewelddadig extremisme, die onschuldige mensen het leven gekost hebben. Of het nu gaat om religieuze, etnische of politieke motieven, extremistische ideologieën verheerlijken de superioriteit van een bepaalde groepering en verzetten zich tegen een tolerantere en inclusievere samenleving. Dit stelt ons voor twee verschillende, maar verwante uitdagingen: de opkomst van gewelddadig en grensoverschrijdend extremisme enerzijds en het bestuur van deze steeds diverser wordende multiculturele samenleving anderzijds.
De oorzaken van gewelddadig extremisme complex, veelzijdig en met elkaar verweven (zie ook paragraaf 4.1 van dit handboek). Zo roepen de verhalen van Nederlandse uitreizigers die zich aansloten bij ISIS, veel vragen op:
“We hebben het leven van Madina kunnen reconstrueren vanaf het moment dat zij en haar moeder en zus in Nederland aankwamen… Alle uitreizigers waren met elkaar verbonden. Sultan (die zichzelf opblies in Bagdad en minstens 23 mensen doodde, de grootste massamoordenaar in de moderne Nederlandse geschiedenis), zijn vriendin Rezan (vermoedelijk dood op het slagveld), Aïcha, en Madina en haar kinderen bezochten dezelfde salafistische Koranschool in Maastricht”.
Deze verhalen werden opgetekend in de krant De Limburger en in het boek Sultan en de lokroep van de jihad van Johan van de Beek, dat in 2017 verscheen. Centraal aan van de Beeks onderzoek staat de vraag: Hoe kan het dat vier jongeren, die in het hart van Limburg wonen, in een van de meest welvarende samenlevingen ter wereld, geradicaliseerd konden worden en zelfmoordaanslagen pleegden waarmee zij tientallen mensen doodden?
Naast het jihadisme, zijn er andere vormen van religieus extremisme waarbij aanhangers hun religieuze overtuiging gebruiken om te rechtvaardigen dat zij de democratie ondermijnen. Dit is het geval voor salafistische opruiers, die problematisch gedrag vertonen dat misschien niet tegen de wet is, maar wel in strijd is met de Nederlandse democratische waarden en deze ondermijnt. Opgemerkt moet worden slechts een minderheid van de religieuze instellingen of gebedscentra in Nederland als extremistisch kan worden bestempeld.
De AIVD heeft salafistische opruiers in het bijzonder onderzocht. Er is geconstateerd dat ondanks het feit dat zij relatief gezien een minderheid vormen, radicale salafistische aansporingen een onevenredige invloed hebben binnen de Nederlandse islamitische gemeenschap. Het gaat hierbij meestal om een jongere generatie predikers, vaak geboren in Nederland, die een buitenschoolse opleiding hebben gekregen van een oudere generatie radicale salafisten.
Sommigen van hen gingen naar de Golfregio om religie te studeren. Een belangrijke reden voor het succes van deze nieuwe radicale salafisten is dat zij in het Nederlands een strenge, eenzijdige interpretatie van de islam prediken die aansluit bij de ervaringen van bepaalde groepen jongeren. Daarnaast bieden zij professioneel en goedkoop buitenschools onderwijs aan. [1]
[1]Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD), Jaarverslag 2020
[1] Nederlandse leraar, geïnterviewd voor EUROGUIDE Project, augustus 2020
THE E-LEARNING TOOL
This project is co-funded by the Internal Security Fund of the European Union – GA N° 871038